Leesonderwijs
Op onze school starten we iedere ochtend, groep 1 tot en met 8, met lezen.
We noemen dat LIST en dat staat voor Lees Interventieproject voor Scholen met een Totaalbenadering. In kindertaal noemen we het Lezen IS Top!
Doel van ons leesonderwijs is dat alle leerlingen gemotiveerde en strategische lezers zijn die lezen om te leren en voor hun plezier.
Onze bibliotheek staat op een centrale plaats in de school.
- Bij groep 1 start de leerkracht met voorlezen.
- Groep 2 en 3 kinderen gaan gestructureerd met de leerkracht List-lezen
- Kinderen die tussen het leesniveaus eind 3 en eind 4 zitten gaan 'hommellezen'.
- DUO-lezen (twee kinderen lezen samen een boek)
- TUTOR-lezen (één kind leest met één begeleider; volwassene/kind)
- Kinderen vanaf eind 4 leesniveau gaan 'stillezen'.



In groep 3 krijgen de kinderen leesinstructie, in een andere groep zijn ze aan het 'hommellezen' en weer in een andere groep zijn kinderen aan het stillezen.
8.30 - 8.35 | Leerkracht leest voor of houdt een boekenbabbel |
8.35 - 8.55 |
|
8.55 - 9.00 | Gezamelijke afsluiting |
9.00 - 9.05 | Wisseling leerlingen naar eigen lokaal |
Kinderen zijn ingedeeld in niveaugroepen, per lokaal een indeling.
We gebruiken de regels van LIST-lezen:
- Er liggen altijd twee boeken op tafel
- Kinderen zijn vooraf naar de wc geweest
- Kinderen blijven op hun plaats zitten
- Lees en geniet!
Boekenbabbel
Motivatie speelt een belangrijk rol bij het leren lezen. Immers, als kinderen gemotiveerd zijn om te lezen, gaan ze meer lezen, waardoor hun lees- en taalvaardigheid verbetert. Hoe stimuleren we kinderen om te gaan lezen? Een boekenbabbel kan helpen.
Een boekenbabbel is een minilesje. De leerkracht promoot een boek of doet een leesstrategie voor. Na de boekenbabbel gaan de leerlingen 20 minuten in een zelfgekozen boek lezen, waarbij ze een lezersvraag meekrijgen. Zoals 'waar speelt het verhaal zich af?, 'welke personage boeit je het meest, 'vind je de kaft van het boek goed bij het verhaal passen?". Aan het einde van de les komt de leerkracht terug op de boekenbabbel door ervaringen en antwoorden op de lezersvraag met de leerlingen uit te wisselen.
Het boek Dolfje Weerwolfje gaat over een jongen die bij kennissen in huis woont. Hij is daar als baby op de stoep achtergelaten, zijn ouders en familie kent hij niet.
Wanneer Dolfje 7 jaar wordt, verandert hij in een weerwolf. Zijn broertje Timmie ontdekt dit en samen beleven ze vele avonturen tijdens de eerste twee volle manen. Zal Dolfje uit handen blijven van de OZDM (Opvang Centrum voor Zeldzame Dieren en Mensen)? En hoe zullen zijn ouders reageren?
Dit boek valt in leeftijdscategorie A (6 tot 9 jaar).
Dolfje verandert voor het eerst in een weerwolf. Lees bladzijde 10, 11 en 12 voor.
Leesvraag: In welk bijzonder, zeldzaam dier of mens zou de hoofdpersoon van jouw boek
volgens jou kunnen veranderen en waarom vind je dat?
De vader van Dolfje gedraagt en kleedt zich gek. Hij draagt rare kleren en heeft rare
uitspraken. Lees bladzijde 113 'Ik ben niet normaal...' t/m '... ik ook van jou.' voor.
Leesvraag: Hoe zijn de ouders in jouw verhaal? Wat kun je over ze vertellen? Meer over de
personages uit Dolfje Weerwolfje lees je op de website van Dolfje zelf.